Over ons

Meer Vreugde

OVER ONS

De Koninklijke Toneelkring Meer Vreugde brengt jaarlijks twee voorstellingen. Meer Vreugde is in haar keuzes eigenzinnig, door De Dikke Van Dale omschreven als “geneigd om zijn eigen zin te volgen”. Meer Vreugde wil daarbij verrassen, ontroeren, verwonderen, verbazen, doen lachen en soms ontregelen.

Dit is Het Verhaal van Meer Vreugde.

Dit is Het Verhaal van Meer Vreugde. Of er in de prehistorie al toneel werd gespeeld in onze gewesten is heel onzeker. We vinden een eerste optreden in Oostrozebeke terug in 1913, toen op een zondagnamiddag de voorstelling van “Het blauwe Oog” doorging. Onder de naam Veel Vreugde en daarna Onze Vreugde werden, vanaf 1930, tal van voorstellingen gespeeld door het mannentoneel.

In 1941 werd Toneelkring Meer Vreugde geboren. Aan de wieg mensen als Emmanuel Seynaeve en Gustaaf Ledure. In Oostrozebeke zou, voor het eerst in de streek, niet alleen met mannen maar ook met vrouwen gespeeld worden. Het diep christelijke Oostrozebeke was echter nog niet klaar voor deze stap en Meer Vreugde werd prompt de toegang tot de parochiezaal ontzegd. In cafézaaltjes en buurgemeenten zette de nog jonge toneelvereniging echter door. Vooruitstrevend, dat was en is Meer Vreugde tot op de dag van vandaag nog altijd.

Toen kort na de oorlog erevoorzitter Jean Seynaeve een Engelse oorlogsbarak op de kop kon tikken, die in 1946 achter Café De Zwarte Leeuw heropgebouwd werd, had Meer Vreugde eindelijk haar eerste thuishaven: Het Witte Paard. Het toneelleven was druk met soms wel vier stukken per jaar.

Zaal Concordia werd, begin de jaren ’60, de nieuwe toneelzaal en een nieuwe stap in de geschiedenis. In 1966 overleed boegbeeld Emanuel Seynaeve. Meer Vreugde was in diepe rouw. Het werd een moeilijke periode. Huidig voorzitter Philippe Vandeputte nam met een paar mensen het roer in handen en wist de woelige jaren om te keren in een nieuwe bloeiperiode. Kaffeetheater, een eigen Jeugdstudio, Kindertoneel. Meer Vreugde schrok voor niets terug. De verhuis naar De Krinkel, eind 1983, was een godsgeschenk. In het kleine zaaltje waren de mogelijkheden enorm en kon er ook financieel eindelijk ademgehaald worden.

De overgang in 1990 naar het OC Mandelroos was lastig en moeilijk. Maar ook daar werd al vlug een mouw aangepast. Meer Vreugde voelde zich opnieuw thuis. Meer Vreugde was en is klaar om nog jaren verder te schrijven aan dit verhaal.